20170306

Duitse boodschappen

Gastanalyse van Marjon Borsboom
In de bijna vier jaar die ik nu in Leipzig woon, heb ik nog nooit een boodschappenbriefje gevonden. Zelfs niet gespot in de handen van een shopper in de supermarkt. Doen Duitsers niet aan lijstjes? Schamen ze zich ervoor? Geen idee! Het bleef me bezighouden.

Tot 1 maart. Ik zag bij het terugbrengen van mijn winkelwagentje dat er een post-it aan een handvat kleefde. Mijn hart maakte een klein sprongetje. Een Duits boodschappenlijstje, dus toch! Al jaren ben ik fan van de briefjespsychologie in Volkskrant Magazine. Eenmaal thuis stuur ik een foto van het schrijfsel via een tweet aan Tefke van Dijk. “Schön”, reageert ze. We analyseren wat over en weer. En dan vraagt ze of ik een gastanalyse wil schrijven...

 

Waar te beginnen? Wat me direct fascineert: de boodschappen zijn achter elkaar opgeschreven, in plaats van onder elkaar. Omdat ik de betreffende supermarkt goed ken, zie ik dat de boodschappenvolgorde de winkelindeling volgt. Wat knap! In een keer alles vloeiend opschrijven, terwijl je jezelf in de supermarkt waant. Mijn chaotische lijstjes ontstaan altijd door misgrijpen en opmaken, aangevuld met waar ik trek in heb. Waardoor ik vaak kriskras door de winkel sjees.

Tot zover de vorm, nu de inhoud. Een lichte teleurstelling overheerst. Heb ik eindelijk een boodschappenlijstje, is het niet bepaald spannend. Bier. Aluminiumfolie. Gekookte ham. Rijst. Die onderdelen herkent iedereen wel. Maar voor een aantal elementen is wat kennis van typisch Duits eten vereist. “Geschnetzeltes” bijvoorbeeld, reepjes vlees. Vaak van het varken, nog altijd oververtegenwoordigd in het Duitse eetpatroon. Maar ook verkrijgbaar in kip of kalkoen. Wij zouden het roerbakvlees noemen. Geschnetzeltes worden meestal geserveerd in een romige champignonsaus. Dat verklaart meteen de “Pilze” (paddenstoelen) en de “Schmand” (extra vette zure room). Maar gaat de shopper dit gerecht nu eten met rijst of met Kartoffeln? In ieder geval met “Erbsen” (erwtjes), gok ik. Overigens maakt de Schmand dit tot een écht Oost-Europees boodschappenbriefje. Nergens wordt het ingrediënt zo veel gebruikt als in de landen die vroeger achter het IJzeren Gordijn zaten. Waarschijnlijk omdat het troostrijk was, zo’n dikke klodder room door je variatie-arme maal.

Goed, we gaan verder. Ook Duitsers hebben soms geen zin of tijd om te koken. Vandaar de “Bohneneintopf”, een kant-en-klare bonenmaaltijd in blik. Waarschijnlijk geserveerd met de gekookte ham, in reepjes. Blijven er nog vier elementen over. Hafer, Hülsen, Hack en Breakie’s. Die kan ik met al mijn zorgvuldig opgebouwde warenkennis niet direct plaatsen. Verse haver zal de briefjesschrijver zeker niet bedoelen. Havervlokken dan maar? Hülsen zoek ik op in het woordenboek. Er blijkt een -n te veel te staan. Hülse zijn peulvruchten. Maar welke dan? En wat is Hack? Bedoelt hij/zij Hackfleisch (gehakt)? En zijn Breakie’s nu brokjes voor katten of honden, of toch een ontbijtgranen-merk? Ze bestaan beide. Het zal voor altijd duister blijven...