20180529

Briefje van mw. "Ton" Jacobs

Briefjesverhaal van Frits Jacobs
Bij het opruimen vond ik het boodschappenbriefje dat mijn moeder zo’n 55 jaar geleden heeft geschreven. Ze heette Antonetta Wilhelmina Johanna van Doorn, roepnaam Ton, geboren 24 mei 1918, overleden 3 maart 2008. Ze gebruikte de achternaam van mijn vader, dus stelde zich voor, en nam de telefoon op met “mw. Jacobs”.


Opvallend aan het briefje is dat nergens een aantal of gewicht bij aangegeven staat, behalve bij de chocoladerepen, en met ‘een rol pepermunt’ zal vast eentje bedoeld zijn. Voor een goed begrip spelen de hoeveelheden een belangrijke rol. Het gezin bestond uit vader, moeder en vijf kinderen. Een rolletje pepermunt deelden we dus met zijn zevenen. Wekelijks haalden wel een paar rolletjes zoute drop bij ‘sigarenboer’ Hopman, om de hoek. Palmolivezeep is een stuk zeep, geen idee of ze nog te koop zijn. Zeep in een fles bestond toen nog niet. Voor mij is, als kind van toen, onduidelijk wat ze bedoelde met ‘worstjes’. Ik kan me niet herinneren die ooit gehad te hebben. Helemaal duister zijn de ‘korstjes’. Geen idee wat dat zouden zijn, bij de gemiddelde supermarkt kun je ze waarschijnlijk niet meer krijgen. We gaven de overgebleven korsten van brood en kaas aan de vogeltjes. Die zal ze hier niet bedoeld hebben.

Antonetta Wilhelmina Johanna van Doorn in 1965 en 2003

‘Custard’ zie ik ook niet meer in de winkel, maar daar maakte ze pudding van. Melk koken, custard erdoor roeren, klaar is Kees. Er kwam wel steeds een dik vel op, waar niet iedereen enthousiast over was. ‘Peperkoek’ heet al lang ontbijtkoek, waarom dat toen zo heette is een goede vraag, met peper had het niets van doen. Mogelijk was het afgeleid van pepernoten waar hetzelfde bij speelt, namelijk geen peper. De volvette kaas zou oud, jong of belegen kunnen zijn. Oude kaas was in elk geval standaard in huis, die zal vast volvet geweest zijn. De bessensap was bedoeld voor over de griesmeelpudding. Selderijzout is een mengsel van selderijzaad en zout. Erg bekend is dit evenmin en moeilijk verkrijgbaar. Waar ze het voor gebruikte is onbekend. Tomatenpuree spreekt voor zich en lijkt iets te maken te hebben met de bestelde macaroni. Dat was niet het geval. Mijn moeder heeft lang gedacht dat macaroni een soort groente was, we kregen dat te eten samen met aardappels en een eitje of uitgebakken spek. Dat ging dus ook.


Op de rechterhelft (de achterkant van het lijstje) staat Vendelbosch. Dat was de kruidenier van de Acaciastraat in Nijmegen. De vrouw van Vendelbosch heette Wopkje. Daar hadden we als kinderen wel lol van: “Wie noemt iemand nu Wopkje?” We kenden niemand anders die zo heette, en we vonden het dus een rare naam. Hoe hij zelf heette weet ik niet meer. Mijn moeder woonde bij Vendelbosch in de buurt en heeft bij hem in de winkel gewerkt. Ze kenden elkaar goed, dus kennelijk was meer uitleg bij het lijstje niet nodig. Vendelbosch kwam wekelijks op zijn bromfiets, met een houten kist op het voorspatbord, de boodschappen thuis brengen. Wij vonden dat leuk, vooral in de tijd dat hij speldjes meebracht, later werden dat sleutelhangers, die wij spaarden. Als hij levertraan mee had genomen vonden we dat minder leuk. Zo rond 1965 ging hij met pensioen, net als zijn buurman, warme bakker Kötterman, die het brood aan huis bracht. Sindsdien moesten we zelf zorgen voor onze boodschappen. Raadselachtig is p.f., het enige wat ik hier bij kon bedenken is dat Vendelbosch de bestelling “per fiets” zou moeten komen brengen. Gelukkig kun je nu door alle supermarkten je boodschappen thuis laten brengen. Vendelbosch was zijn tijd dus ver vooruit, zij het dat ze tegenwoordig niet meer op (brom)fiets komen.