Extra gastanalyse van Ruud Vos, briefje in braille.
ee(n) pakje jonge komyndekaas
een gelderse gekookte worst
een pak keukenrollen
twee kofie de
een pakje pickwik thee.
zoutjes een gocolade en een
gewone cake een zakje snoepfru(it?)
een pak kleine suiker
klontjes
bij bakker een half
lichtbruin knip
een gemengde koekjes
een bossenbol.
Pickwick en Douwe Egberts. Doorgaans hoef je jezelf er niet aan te herinneren hoe merkvast je bent, de samensteller en de supermarktganger zijn dus twee verschillende personen. Het gebrek aan alcohol spreekt boekdelen; deze samenkomst gaat overdag plaatshebben. Eén persoon wordt in het zonnetje gezet, getuige de eenzame Bossche bol onderaan de lijst. Gelderse worst en komijnekaas is een beetje bejaardenkost. ‘Haal ook maar kleffe supermarktcake, da’s lekkerder dan de gortdroge plakken van de bakker.’ En het snoepfruit moest er zo nodig bij dat het gebrek aan ruimte op het papier geen belemmering vormt. Maar wat te maken van dat halve brood? Die eenzame persoonlijke boodschap? Een knip gaat langer mee. De schrijver is niet zo’n al te grote ontbijter, waarschijnlijk woont hij (of zij) bovendien zelfstandig.
Wie van de twee is eigenlijk blind? De schrijver of de opdrachtnemer? Een ziende hoef je geen briefje in braille te geven, die kun je het gemakkelijker dicteren. Aan de andere kant, zie je de merkwaardig fonetisch gespelde ‘bossenbol’? Hoeveel literatuur in braille zou aan de Oeteldonkse oorsprong van stukken banket zijn gewijd? Bossenbol leest dan ineens heel logisch. Ach, misschien zijn ze allebei wel blind en/of slechtziend.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten